blad 1
Rep.nr. 30035
Zaaknummer: 20150421/JK
STATUTENWIJZIGING
Heden, zes november tweeduizend vijftien,
verschenen voor mij, mr Theo Koelma, notaris gevestigd in de gemeente
Franekeradeel:
1. de heer Paulus Hettinga, wonende te 8801 MK Franeker, gemeente
Franekeradeel, Zuiderkade 37 309, geboren te Barradeel op vijfentwintig
februari negentienhonderd vijfendertig, rijbewijs nummer 5858956168,
afgegeven te Franekeradeel op tweeëntwintig januari tweeduizend vijftien,
gehuwd met mevrouw Agatha Hiemstra;
2. mevrouw Marijke Jorna, wonende te 8801 BD Franeker, gemeente
Franekeradeel, Klaarkampstraat 24, geboren te Menaldumadeel op
negenentwintig juli negentienhonderd zesenvijftig, paspoort nummer
NYR550L07, afgegeven te Franekeradeel op zevenentwintig maart
tweeduizend dertien, gehuwd met de heer Taeke van der Pol;
3. mevrouw Hesseltje Rinsma, wonende te 8802 BW Franeker, gemeente
Franekeradeel, Marten van der Hemlaan 16, geboren te Franekeradeel op
tweeëntwintig juni negentienhonderd eenenvijftig, rijbewijs nummer
4370302708, afgegeven te Franekeradeel op negen juni tweeduizend tien,
gehuwd met de heer Wierd de Haan;
te dezen handelend in hoedanigheid van respectievelijk voorzitter, secretaris en
penningmeester van de stichting: Stichting Frysk Oekumenysk Wurkferbân
Hjelbeam, gevestigd te Herbaijum, feitelijk adres Klaarkampstraat 24, 8801 BD
Franeker, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 41005678, hierna
te noemen: ‘de Stichting’, en als zodanig bevoegd de statutenwijziging bij
notariële akte vast te leggen.
De verschenen personen verklaarden:
INLEIDING
1. De Stichting werd opgericht bij notariële akte op tweeëntwintig januari
negentienhonderd zevenennegentig verleden voor mij, notaris.
2. De statuten van de Stichting zijn daarna niet gewijzigd.
3. Het bestuur van de Stichting heeft in de vergadering gehouden op zeven
september tweeduizend vijftien besloten de statuten te wijzigen, waarvan
blijkt uit een deze akte gehecht besluit.
STATUTENWIJZIGING
Ter uitvoering van het besluit tot statutenwijziging luiden de gewijzigde statuten
blad 2
met onmiddellijke ingang als volgt:
STATUTEN
Artikel 1 – Naam en zetel
1. De naam van de stichting is: Stichting Frysk Oekumenysk Wurkferbân
Hjerbeam.
2. De stichting is gevestigd in Herbaijum.
Artikel 2 – Doel
1. De stichting heeft als grondslag een samenwerking van mensen die zich
kunnen vinden in de woorden van het “Onze Vader”.
2. De stichting heeft tot doel:
– het organiseren en realiseren van erediensten in de Friese taal in
Herbaijum;
– het openhouden en in stand houden van de kerk in Herbaijum;
en voorts het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe
bevorderlijk kan zijn.
Tot dit doel behoort niet het doen van uitkeringen aan de oprichters of aan
hen die deel uitmaken van organen van de stichting.
3. De stichting beoogt het algemeen nut.
4 De stichting heeft geen winstoogmerk.
Artikel 3 – Bestuur: samenstelling, benoeming, beloning, ontslag
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit vijf of meer natuurlijke personen.
Het bestuur stelt het aantal bestuurders vast.
Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
Het bestuur kan uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een
penningmeester aanwijzen. Eén bestuurder kan meer van deze functies
vervullen.
2. De bestuurders worden benoemd door het bestuur. In vacatures wordt zo
spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen drie maanden na het ontstaan
ervan, voorzien.
De benoeming van de bestuurders vindt plaats uit een voordracht. De in
artikel 11 lid 1 bedoelde commissie is bevoegd de voordracht op te maken.
De voordracht moet bij voorkeur drie personen bevatten.
De voordracht is bindend. Aan de voordracht kan evenwel het bindend
karakter worden ontnomen door een besluit van het bestuur met ten minste
twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen.
Als het bestuur het bindend karakter aan de voordracht heeft ontnomen, is zij
vrij in de benoeming.
3. Iedere bestuurder moet voldoen aan de volgende vereisten:
a. een bestuurder is een natuurlijk persoon;
b. een bestuurder heeft het vrije beheer over zijn vermogen;
blad 3
4. Bestuurders worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Het
bestuur kan een rooster van aftreden maken. Een aftredende bestuurder kan
onmiddellijk tot bestuurder worden herbenoemd. Een bestuurder kan in
totaal echter niet langer dan twaalf jaar aanééngesloten bestuurder zijn.
5. Alle bestuurders kunnen een vergoeding krijgen van de kosten die zij
redelijkerwijs hebben gemaakt in de uitoefening van hun functie.
De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden.
6. Een bestuurder verliest zijn functie:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn faillissement, door het op hem van toepassing verklaren van de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of doordat hij surseance
van betaling verkrijgt;
c. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele
vermogen;
d. door zijn vrijwillig aftreden;
e. door zijn ontslag door de rechtbank;
f. door zijn ontslag gegeven door de gezamenlijke overige bestuurders,
ten minste twee in getal.
Artikel 4 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming
1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te
roepen. Per kalenderjaar worden tenminste vier vergaderingen belegd.
2. De bijeenroeping van de vergadering van het bestuur vindt schriftelijk plaats.
Bij deze bijeenroeping wordt opgegeven op welke dag de vergadering
plaatsvindt, wat het aanvangstijdstip van de vergadering is en welke
onderwerpen worden behandeld (agenda). De bijeenroeping vindt plaats met
inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen en maximaal
veertien dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet
meegerekend.
De bestuurder die voor dit doel een adres aan de stichting bekend heeft
gemaakt, kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen door
een langs elektronische weg aan dat adres toegezonden leesbaar en
reproduceerbaar bericht.
3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen
door degene die de vergadering bijeenroept.
4. Als wordt gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden
kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen als alle bestuurders
in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
5. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen
om zich in de vergadering te laten vertegenwoordigen. Een elektronisch
vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht.
blad 4
Een bestuurder kan niet meer dan één medebestuurder in de vergadering
vertegenwoordigen.
6. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem.
Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven,
worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid
van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft
van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan een
nieuwe vergadering worden bijeengeroepen waarin het besluit kan worden
genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen,
onafhankelijk van het aantal op deze vergadering aanwezige of
vertegenwoordigde bestuurders. De hiervoor bedoelde tweede vergadering
wordt niet eerder dan één week en niet later dan twee weken na de eerste
vergadering gehouden. Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor
de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze
statuten voorgeschreven quorum.
7. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen.
Artikel 5 – Bestuur: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming
buiten vergadering
1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur. Bij zijn afwezigheid
voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in
de vergaderingen worden gehouden.
3. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de
vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend.
Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd
gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na
het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist,
dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de
vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk
plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe
stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen
gehouden door de daartoe door de voorzitter van de vergadering
aangewezen persoon. De notulen worden nadat zij zijn vastgesteld door de
voorzitter en de notulist van de vergadering ondertekend.
5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten
nemen, als alle bestuurders schriftelijk hun stem uitbrengen. Een besluit is
dan genomen als alle bestuurders zich vóór het voorstel hebben verklaard.
Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een langs
blad 5
elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan
het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle
bestuurders bekend heeft gemaakt.
Artikel 6 – Bestuur: taken en bevoegdheden
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
Iedere bestuurder is tegenover de stichting verplicht tot een behoorlijke
vervulling van de hem opgedragen taak.
Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van
alles met betrekking tot de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen
die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een
administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en
andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat op ieder
moment de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden
gekend.
Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
2. Het bestuur is uitsluitend bevoegd te besluiten tot het aangaan van
overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van
registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de
stichting zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde
sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde
verbindt indien de in artikel 11 lid 1 bedoelde commissie het besluit heeft
goedgekeurd.
3. Erfstellingen mogen alleen onder het voorrecht van boedelbeschrijving
worden aanvaard.
4. Het bestuur stelt een beleidsplan vast en actualiseert dit beleidsplan
periodiek. Het beleidsplan geeft inzicht in de door de stichting te verrichten
werkzaamheden, de wijze van werving van gelden, het beheer van het
vermogen van de stichting en de besteding daarvan.
5. Het bestuur zorgt ervoor dat:
– er niet meer vermogen wordt aangehouden door de stichting dan nodig
is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve
van de doelstellingen van de stichting; en
– de kosten van werving van gelden en de beheerkosten van de stichting
in redelijke verhouding staan tot de besteding ten behoeve van het doel
van de stichting.
6. Het bestuur zorgt ervoor dat de administratie van de instelling zodanig is
ingericht, dat daaruit duidelijk blijkt de aard en omvang van:
– de kostenvergoedingen die toekomen aan de afzonderlijke bestuurders;
– de kosten die zijn gemaakt voor de werving van gelden en voor het
blad 6
beheer van de stichting en de aard en omvang van andere uitgaven van
de stichting;
– de inkomsten van de stichting;
– het vermogen van de stichting.
Artikel 7 – Bestuur: vertegenwoordiging
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de
gezamenlijk handelende voorzitter, secretaris en penningmeester.
3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het
bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de stichting bestaat ook
als tussen de stichting en een of meer bestuurders een tegenstrijdig belang
bestaat.
4. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel
doorlopende volmacht aan een of meer bestuurders en/of aan anderen,
zowel samen als afzonderlijk, om de stichting binnen de grenzen van die
volmacht te vertegenwoordigen.
Artikel 8 – Begunstigers
1. Begunstigers zijn natuurlijke of rechtspersonen, die het doel van de stichting
willen bevorderen door :
– het geven van een vrijwillige geldelijke bijdrage; of
– het bijwonen van de erediensten; of
– het verrichten van werkzaamheden voor en ten behoeve van de
stichting.
2. De begunstigers van de stichting worden eens per jaar door het bestuur van
de stichting uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst waarin aan de orde
komen:
– de algemene gang van zaken;
– de financiële situatie van de stichting;
– de samenstelling van de in artikel 11 lid 1 bedoelde commissie.
De begunstigers worden daarbij in de gelegenheid gesteld inspraak uit te
oefenen en aanbevelingen te doen over voormelde onderwerpen.
Artikel 9 – Boekjaar; verslaggeving
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het
boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting op te
maken en op papier te stellen.
De penningmeester zendt deze stukken vóór het einde van de in de
voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders.
Het bestuur maakt een jaarrekening en een jaarverslag op als bedoeld in
artikel 2:300 Burgerlijk Wetboek als dat op grond van de wet verplicht is. In
blad 7
dat geval legt het bestuur een exemplaar daarvan voor het bestuur ter
inzage bij de penningmeester met de op grond van de wet toe te voegen
gegevens.
3. Het bestuur kan, voordat tot de vaststelling van de balans en de staat van
baten en lasten wordt overgegaan, deze stukken laten onderzoeken door
een door hem aan te wijzen accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1
Burgerlijk Wetboek. Deze accountant brengt over zijn onderzoek verslag uit
aan het bestuur. Hij geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een
verklaring over de getrouwheid van de stukken.
4. De balans en de staat van baten en lasten van de stichting of de
jaarrekening wordt vastgesteld door het bestuur binnen een maand na het
opmaken van de stukken als bedoeld in lid 2.
De vastgestelde stukken worden ondertekend door alle bestuurders. Als een
handtekening van een van hen ontbreekt wordt de reden daarvan op de
stukken vermeld.
5. De in lid 2 vermelde termijn kan door het bestuur worden verlengd met ten
hoogste vijf maanden op grond van bijzondere omstandigheden.
6. Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een
accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd,
dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een
controlecommissie, bestaande uit ten minste twee leden van de in artikel 11
lid 1 bedoelde commissie. Een lid van de controlecommissie kan ten hoogste
twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie.
Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de
gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om
alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat
voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten
bijstaan door een externe deskundige.
De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan het bestuur
vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken.
Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door het bestuur wordt het voorstel
gedaan om kwijting te verlenen aan penningmeester voor de door hem
daarmee afgelegde rekening en verantwoording.
Artikel 10 – Diensten
1. De kerkdiensten hebben een oecumenisch en Fries karakter.
2. Als preek- en reiskostenvergoeding kunnen de richtlijnen van de
Protestantse Kerk Nederland of haar opvolgers worden gehanteerd.
Artikel 11 – Commissies
1. De stichting stelt voor de uitvoering van haar feitelijke werkzaamheden een
commissie in met de naam “Wurkferbân Hjerbeam”. Het aantal leden van de
blad 8
commissie bedraagt maximaal zes en wordt vastgesteld door het bestuur.
2. De leden van de commissie worden benoemd door het bestuur.
3. Een lid van de commissie moet voldoen aan de volgende vereisten:
a. een lid van de commissie is een natuurlijk persoon;
b. hij is geen bestuurder van de stichting;
4. De commissie geeft gevraagd en ongevraagd advies over het beleid van de
stichting en de uitwerking daarvan.
5. Het bestuur stelt een reglement vast, waarin nadere regels worden
opgenomen over de benoeming en het einde van de functie van een lid van
de commissie. In dit reglement kunnen ook nadere regels worden
opgenomen over andere onderwerpen, zoals de taken, de bevoegdheden en
de werkwijze van de commissie.
6. Het bestuur kan ook naast de in lid 1 bedoelde commissie andere
commissies instellen om haar bij te staan in haar bestuurstaken.
Artikel 12 – Reglementen
1. Het bestuur kan een of meer reglementen vaststellen. In een reglement
worden regels of nadere regels opgenomen, die het bestuur nodig acht voor
de uitvoering van zijn taak. Een reglement mag nooit in strijd zijn met de
statuten of de wet.
Het bestuur kan elk door hem gemaakt reglement wijzigen en ook intrekken.
2. Een reglement wordt schriftelijk vastgelegd met vermelding van de dag
waarop het van kracht wordt. Deze datum kan niet zijn gelegen vóór de
datum waarop het besluit werd genomen.
Artikel 13 – Statutenwijziging
1. Het bestuur is na voorafgaand overleg met de in artikel 11 lid 1 bedoelde
commissie bevoegd de statuten te wijzigen.
2. Het besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen met een
meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een
vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is in de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is
het vereiste aantal bestuurders niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan
na die vergadering een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te
houden niet eerder dan drie en niet later dan zes weken na de eerste
vergadering. In de nieuwe vergadering kan het besluit tot statutenwijziging
worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de
uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of
vertegenwoordigde bestuurders.
3. Als een voorstel tot wijziging van de statuten wordt gedaan, moet dat bij de
oproeping tot de betreffende vergadering, worden vermeld. De woordelijke
tekst van de voorgestelde wijziging moet bij die oproeping worden gevoegd.
blad 9
De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
4. Een statutenwijziging treedt in werking op het door het bestuur bepaalde
tijdstip, maar niet eerder dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
Iedere bestuurder is bevoegd deze akte te laten verlijden.
Het bestuur kan een of meer bestuurders en/of anderen, zowel gezamenlijk
als afzonderlijk, machtigen de akte van statutenwijziging te laten verlijden.
Artikel 14 – Fusie; splitsing; omzetting
Op een besluit van het bestuur tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek
2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van het bestuur tot omzetting van de
stichting in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk
Wetboek, is het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het vorige artikel zoveel
mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.
Artikel 15 – Ontbinding en vereffening
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in artikel 13, leden 2 en 3 zo
veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
2. Het bestuur stelt bij zijn besluit tot ontbinding de bestemming vast van een
eventueel batig saldo. Deze bestemming moet zo veel mogelijk in
overeenstemming zijn met het doel van de stichting. Het batig saldo wordt
besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een
gelijksoortige doelstelling.
3. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de stichting,
voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn)
aangewezen.
SLOT
De comparanten zijn mij, notaris, bekend en de identiteit van de bij deze akte
betrokken comparanten/partijen is door mij, notaris aan de hand van de hiervoor
vermelde en daartoe bestemde documenten vastgesteld.
WAARVAN AKTE is verleden te Franeker op de datum in het hoofd van deze
akte vermeld.
Na zakelijke opgave van de inhoud en een toelichting van deze akte aan de
comparanten hebben dezen eenparig verklaard tijdig voor het verlijden van de
inhoud van de akte te hebben kennisgenomen, met de inhoud in te stemmen, en
op volledige voorlezing geen prijs te stellen. Vervolgens is deze akte na beperkte
voorlezing eerst door de comparanten en vervolgens door mij, notaris,
ondertekend.